Bloedsuikerspiegel

De bloedsuikerspiegel geeft aan hoeveel glucose er in het bloed aanwezig is. Koolhydraten uit de voeding worden door het lichaam omgezet in glucose waarna het gebruikt kan worden als brandstof. Bij een gezond persoon zorgen de hormonen insuline en glucagon ervoor dat de bloedsuikerspiegel in balans blijft. Dit is erg belangrijk omdat zowel een te hoog als een te laag bloedsuikergehalte schadelijk is voor het lichaam.

Te laag bloedsuikergehalte

Een te laag bloedsuikergehalte voelt als een ‘hongergevoel’ aan. Een te laag bloedsuikergehalte kan ontstaan wanneer je langere tijd niets eet of een grote inspanning levert en daarbij onvoldoende eet. Ook kan het eten van veel snelwerkende koolhydraten uiteindelijk zorgen voor een laag bloedsuikergehalte. Deze zogenaamde snelwerkende koolhydraten zitten in frisdranken, snoep, koek, wit brood, witte rijst en pasta. Deze producten zorgen ervoor dat de bloedsuikerspiegel snel stijgt in het bloed, als reactie hierop wordt er veel insuline aangemaakt om dit te kunnen verwerken. Er worden zo veel koolhydraten verwerkt tot glucose en allemaal opgenomen door de cellen, zo daalt het bloedsuikergehalte in het bloed weer. Wanneer het bloedsuikergehalte weer laag is ontstaat er weer een ‘hongergevoel’ en is er voornamelijk een grote behoefte aan zoetigheid. Op deze manier ontstaat er een vicieuze cirkel wat voor gewichtstoename kan zorgen.

Een te hoog bloedsuikergehalte

Een te hoog bloedsuikergehalte kan klachten geven als dorst, veel plassen, vermoeidheid, gewichtsverlies, jeuk of infecties. Een oorzaak van een te hoog bloedsuikergehalte kan overgewicht zijn. Ook kan het eten van veel koolhydraten, tekort lichaamsbeweging, stress, ziekte of het gebruik van bepaalde medicijnen het bloedsuikergehalte verhogen. Het langdurig hebben van hoge bloedsuikerwaarden kan het risico op verschillende gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten vergroten.

Hieronder vindt u een aantal tips om uw bloedsuikerspiegel op peil te houden:

  • Bij overgewicht → afvallen
  • Voldoende bewegen
  • Regelmatig eten (geen maaltijden overslaan)
  • Niet teveel koolhydraten gebruiken
  • Snelwerkende koolhydraten in frisdrank, snoep, koek, gebak, wit brood, witte rijst en pasta e.d. Beperken
  • Producten kiezen met veel vezels
  • Bij inspanning of het gebruik van alcohol voldoende en op tijd eten.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *